maandag 23 april 2007

Vijfde Filmfestival Paramaribo van start


Hennah Draaibaar en Eddy Wijngaarde (beiden rechts) van The Backlot


Feeërieke verlichting
ontbrak ook dit keer niet


door Carlo Jadnanansing

PARAMARIBO
- Op donderdag 19 april werd het vijfde Internationaal Speelfilmfestival in Theater Thalia geopend met de internationaal bekroonde Australische speelfilm ‘Ten Canoes’.
Anders dan de voorgaande keren was onze enige theater niet geheel bezet. Naar ik van de organisatie begrepen heb, is dit toe te schrijven aan enkele simultane concurrerende activiteiten. De traditionele feestelijke aankleding en feeërieke verlichting van Thalia ontbraken echter ook dit keer niet.
Vóór de voorstelling vroeg Minister Wolf, die het festival opende, terecht om een staande ovatie voor Henna Draaibaar en haar partner Eddie Wijngaarde (hoewel de laatste naam niet duidelijk hoorbaar was) die de verpersoonlijking van The Back Lot zijn. De openingsfilm is geregisseerd door de Nederlands-Australische regisseur Rolf de Heer. Het verhaal speelt zich af in het gebied van de Yoingu-stam in Noord Australië. Het land is moerrassig en doet denken aan onze eigen jonge kustvlakte (Bigi Pan). Het bijzondere van de film is dat de kijker niet het gevoel krijgt dat er geacteerd wordt. De film is op natuurlijke wijze opgenomen en lijkt meer op een documentaire dan op een speelfilm.

Het camerawerk is van topklasse. De kijker wordt vergast op schitterend natuurschoon dat alleen nog in vrijwel ongerepte gebieden voorkomt. De hoofdmoot in de film is de monologue intérieur (inwendige monoloog) die uitgesproken wordt door de bekende inheemse Australische acteur David Gulpilil.
Dit gebeurt op onderhoudende en humoristische wijze (de pikante grappen zijn niet van de lucht) waardoor de kijker zich niet behoeft te vervelen. Tijdens een jachtpartij in de moerrassen op wilde ganzen met tien kano’s, geeft de hoofdpersoon er blijk van dat hij ervan op de hoogte is dat zijn jongere broer verliefd is op de jongste van zijn drie vrouwen. Eerstgenoemde probeert in een lang mythisch verhaal zijn jongere broer op andere gedachten te brengen. Tevens vertelt hij over het ontstaan van de stam en de waarden en normen die in acht genomen moeten worden om het voortbestaan van het tribaal verband te garanderen. Een van de belangrijkste waarden is geduld. De oudere broer legt de jongere uit dat hij zijn sexuele verlangens moet uitstellen tot de tijd daarvoor rijp is.
(Dit moet overigens met alles in het leven gebeuren.)
Volgens de stamtraditie betekent dit dat de jongere broer de vrouwen van de oudere “erft” wanneer deze komt te overlijden.
Dit betekent wel dat de zorg van de vrouwen op de schouders (en andere lichaamsdelen?) van de jongere broer komt te rusten.
Een ander aspect dat dominant in de film naar voren komt is de functie van het (gewoonte-) recht dat in elke samenleving van cruciale betekenis is. Wanneer een van de stamleden een tot een ander stam behorende persoon met zijn spies doodt, in de onterechte veronderstelling dat deze één van zijn vrouwen heeft ontvoerd, weet hij van tevoren wat hem te wachten staat. Het oud testamentische oog om oog tand om tand principe geldt in bijna elke “primitieve” gemeenschap.
Hij moet zich onderwerpen aan een “spervuur” van pijlen die op hem en een secondant worden geworpen. Hierbij mogen zij pogen de pijlen te ontwijken zodat ze kans op overleving hebben. Zodra één van hen geraakt wordt, wordt de aanval gestaakt. In de film overleeft de getroffene de aanval in eerste instantie, maar komt later te overlijden. In een apocalyptische stervensscène overlijdt hij na zijn eigen dramatische dodendans te hebben uitgevoerd. Deze dans symboliseert m.i. het feit dat geen sterveling de dans kan ontspringen, de enige zekerheid in het leven is de dood. De begrafenisrituelen en het geloof in reincarnatie vertonen parallellen met vele andere natuurgodsdiensten.

De scenarioschrijver heeft mijns inziens willen uitbeelden dat samenlevingen weliswaar steeds aan verandering onderhevig zijn, maar dat menselijke emoties universeel zijn en niet gebonden zijn aan plaats, tijd en afkomst. Haat, liefde, woede, hartstocht, afgunst, hebzucht, moed, jaloezie zijn zaken die er altijd waren en ook altijd zullen blijven bestaan. Ook al beseft de mens dat deze emoties tot ruzies, oorlogen en misschien zelf tot vernietiging van de totale mensheid zullen leiden.
Gelukkig wordt in de film ook uitgebeeld dat verzoening mogelijk is. Er is dan toch nog hoop voor de homo sapiens.
Google