maandag 7 april 2008

Kongo: Emanciperen met oude waarden

NiNsee Lezing
afp
Het Kongolese ritueel 'le combat' leert migrantenvrouwen gebreken van hun man te verbergen

AMSTERDAM - In de man-vrouw verhoudingen binnen Kongolese gezinnen in diaspora is verandering opgetreden. In tegenstelling tot vroeger hebben in de meeste gezinnen vrouwen meer economische macht dan hun echtgenoten. Maar omdat in de Kongolese cultuur een man pas respect krijgt als hij zijn echtgenoot economisch kan onderhouden, vormt deze verandering een bron van conflict en scheidingen. Kongolese vrouwen willen echter graag trouwen en getrouwd blijven want in de Kongolese cultuur geeft het huwelijk status aan een vrouw. Opvallend binnen de Kongolese diaspora is dat veel vrouwen ondanks hun economisch zelfstandige positie vrijgezel of alleenstaande moeder zijn. Op de huwelijksmarkt zijn zij echter niet aantrekkelijk voor de Kongolese man. Deze prefereert een lager opgeleide vrouw uit het land van herkomst. Als oplossing voor dit probleem hebben diverse religieuze vrouwenorganisaties een cultureel alternatief bedacht dat moest breken met oude normen in de manvrouw relatie. Een vrouw moet haar echtgenoot koesteren en beschermen, zij moet hem in haar leven voorop stellen en zijn tekorten verbergen. Hoe werkt deze strategie in de prakrijk en welke zijn de gevolgen voor de Kongolese man-vrouw relaties?

Tussen 1999 en 2005 heeft Julie Ndaya intensief etnologisch onderzoek verricht naar ‘Le Combat Spirituel’ (afgekort Le Combat). Een bijbels geïnspireerd initiatie- en purificatieritueel dat een culturele transformatie inhoudt.

Dr. Julie Ndaya Tshiteku is geboren en opgegroeid in Congo Kinshasa (Centraal Africa). Zij woont en werkt sinds 1988 in Nederland. Zij studeerde Sociale Wetenschappen (met als richting culturele minderheden aan de Universiteit van Brussel, België). Sinds 1999 associé lid van het Afrikaanse Studie Centrum in Leiden. In 2008 promoveerde zij in culturele antropologie aan de Erasmus Universiteit te Rotterdam. Haar proefschrift, met als titel ‘Prendre le bic’ (pak je pen) behandelt de rol van een Afrikaanse charismatische gebedsgroep voor migranten vrouwen in Nederland en België. Haar werk richt zich op de culturele invloed van migratie op vrouwen, met accent op de gender verhouding.

Spreekster: Dr. Julie Ndaya

Datum: vrijdag 11 april 2008

Programma: 18.00 – 20.00

Contact: Drs. Ruth Dors, r.dors@ninsee.nl

of telefoon (020) 568 2083

Adres: Linnaeusstraat 35f, 1093 EE Amsterdam

Uw aanwezigheid wordt zeer op prijs gesteld. Afsluiting met een borrel!

NB. Bij voorkeur reserveren

zondag 6 april 2008

Surinamedagen in Het Rembrandthuis

klik op affiche voor leesbaarheid

maandag 31 maart 2008

Kaseko in het Concertgebouw:


De stoelen gaan er weer uit

AMSTERDAM - In het Concertgebouw van Amsterdam vindt op 10 april 2008 een bijzonder éénmalig Crossover Concert plaats, waarbij verschillende muziektradities en stijlen elkaar op het podium ontmoeten: een Kaseko Crossover Concert.
Nederlandse en Surinaamse popiconen als De Dijk, Oscar Harris, Replay, Boris, Edgar Burgos, Angela Groothuizen, Berget Lewis en Jörgen Raymann vertolken met het Metropole Orkest opnieuw gearrangeerde kaseko-liederen van de legendarische Lieve Hugo en zijn tijdgenoten.

Lieve Hugo, de mateloos populaire volkszanger uit Suriname is, mede door zijn grote invloed op de ontwikkeling van Kaseko, de ongekroonde koning van deze typische uitbundige Surinaamse muziekstijl. In 1970 trad hij tijdens de afsluiting van het Holland Festival met het vermaarde Orchestra Washboard op in het Concertgebouw. Het spetterend optreden moest toen worden onderbroken om de stoelen eruit te halen, zodat er naar hartelust kon worden gedanst. Lieve Hugo overleed in 1975 in Nederland.

“Nu gaan de stoelen er weer uit”, meent documentairemaker Vincent Soekra, “en krijgen we andere koek met het Metropole.” Het Kaseko Crossover Concert is een wezenlijk onderdeel van de muziekdocumentaireserie ‘IKO -The King of Kaseko’, die ingaat op de ontstaansgeschiedenis en de ontwikkeling van kaseko en de niet weg te denken rol van Lieve Hugo. Het volgt het werkproces van de verschillende artiesten en de ritmische verbindingen die zij maken met andere internationale muziekgenres zoals klassiek, pop en jazz.

‘IKO-The King of Kaseko’ is een productie van 529 Media Productions in samenwerking met de Stichting International Kaseko Organization. De 3-delige serie wordt in december 2008 door coproducent, NPS uitgezonden. Van het Crossover Concert op 10 april wordt een tv-registratie gemaakt, die na de documentairereeks in december 2008 wordt uitgezonden door de AVRO.

Voor meer info: www.iko-foundation.nl

529 media productions / IKO Foundation
Zeeburgerdijk 19b
1093 SK – Amsterdam
t 020 – 4639555

vrijdag 28 maart 2008

Suriname in de New York Times

amsterdamsvenster

In Babel of Tongues,
Suriname Seeks Itself


March 23, 2008

By SIMON ROMERO

PARAMARIBO, Suriname — Walk into a government office here and you will be greeted in Dutch, the official language. But in a reflection of the astonishing diversity of this South American nation, Surinamese speak more than 10 other languages, including variants of Chinese, Hindi, Javanese and half a dozen original Creoles.
Making matters more complex, English is also beamed into homes on television and Portuguese is the fastest-growing language since an influx of immigrants from Brazil in recent years. And one language stands above all others as the lingua franca: Sranan Tongo (literally Suriname tongue), a resilient Creole developed by African slaves in the 17th century.
So which language should Suriname's 470,000 people speak? Therein lies a quandary for this country, which is still fiercely debating its national identity after just three decades of independence from the Netherlands.

'We shook off the chains of Dutch colonialism in the 1970s, but our consciousness remains colonized by the Dutch language,' said Paul Middellijn, 58, a writer who composes poetry in Sranan Tongo.
Nevertheless, Mr. Middellijn said English should be declared Suriname's national language, a position shared by many Surinamese who want stronger links to the Caribbean and North America. 'Sranan will survive because nothing can replace it as the language of the street,' he said.
'It is a form of communication perfect not just for poets but for the Chinese groceryman or Brazilian miner who arrived a few months ago,' he continued. 'Are they going to go through the trouble of learning Dutch? No way.'
The flexibility of Sranan, as it is commonly known, enabled it to evolve into the country's most widely spoken language. Based largely on English, it crystallized here before the Dutch traded New York with the British for Suriname in the 17th century; the colonial powers switched places but the slave populations did not.
Sranan developed an overlay of words from Dutch, Portuguese and West African languages. Today Surinamese speak it interchangeably with Dutch, depending on the formality of the setting.
For instance, lawyers use Dutch in court proceedings, while shoppers use Sranan to bargain for fish in the market. Jokes and rap music are often made in Sranan, dismissively called Taki-Taki (derived from the English 'talky talky') in the past, but at cocktail parties diplomats struggle with Dutch and get by in English.

'I do not speak Sranan,' said Suprijanto Muhadi, the ambassador from Indonesia, the former Dutch colony that sent Javanese laborers here until the eve of World War II. 'But a manservant I brought from Indonesia a year ago picked it up much easier than Dutch.'
The use of Sranan became associated with nationalist politics after Desi Bouterse, a former dictator, began using Sranan in his speeches in the 1980s. The slogan of his National Democratic Party, the biggest in Suriname, remains 'Let a faya baka!' Sranan for 'Turn the lights back on!' or, figuratively, get things working again.

But even though relations with the Netherlands are tepid, Dutch is taught in schools rather than Sranan. In 2004, Suriname became an associate member of Taalunie, a Dutch language association including the Netherlands and Belgian Flanders.
Meanwhile, amid periodic bursts of debate in Parliament to change the national language to English or even Spanish in a nod to geography, other languages here are thriving because of their use by descendants of escaped slaves and indentured laborers brought here by the Dutch from the far corners of the world.
To get a sense of the Babel of languages here, just stroll through this capital, which resembles a small New England town except the stately white clapboard houses are interspersed with palm trees, colorful Chinese casinos and minaret-topped mosques.

Slip into one of the Indonesian eateries known as warungs to hear Javanese, spoken by about 15 percent of the population. Choose a roti shop, with its traditional Indian bread, to listen to Surinamese Hindi, spoken by the descendants of 19th-century Indian immigrants, who make up more than a third of the population. And merchants throughout Paramaribo speak Chinese, even though the numbers of Chinese immigrants are small.
Venture into the jungly interior, where indigenous languages like Arawak and Carib are still heard with languages like Saramaccan, a Portuguese and English-inspired Creole spoken by descendants of runaway slaves who worked on plantations once owned by Sephardic Jews.

The linguistic diversity that makes Suriname exceptional also isolates it from its own hemisphere. Paramaribo, unlike many other regional capitals, has no direct flights to large cities like Miami or São Paulo. Instead, airlines fly to Curaçao in the Dutch Antilles or to Amsterdam, places with communities of Surinamese immigrants.
Dutch had a stronger presence in rural communities before a civil war from 1986 to 1991 destroyed many schools. As a result Sranan became even more critical for interethnic communication once peace was restored.
For a glimpse into Suriname's linguistic future, visit Belenzinho, a neighborhood here with several thousand Brazilian immigrants, many of them gold miners. The storefront signs are lettered in Portuguese instead of Dutch or Chinese. Suriname has some 50,000 Brazilians, more than 10 percent of the population.
'All I need is Portuguese since my world is Brazilian,' said Ivanildo Vieira Cardoso, 38, a miner from northeast Brazil who was sipping not a Parbo, the Surinamese beer brewed by Heineken, but a can of Nova Schin imported from Brazil.
Whether Portuguese blends into Sranan or vice versa, scholars contend that linguistic choices here reflect a tension beneath the surface of a nationalist ethos that shuns ethnic identity for unity. Resentment has emerged against Chinese and Brazilians, recent immigrant groups that are economically successful. And because Sranan is the native language for Creoles in and near Paramaribo, groups like the Maroons, descended from runaway slaves, might chafe at making it the national language.

'Is it a language that unifies us or separates us because it is associated with Creoles?' asked Paul Tjon Sien Fat, a Surinamese linguist at the University of Amsterdam. 'In our mind set, Sranan is black and Dutch is white. Suriname could not function without Sranan, but this is still an obstacle in formalizing its acceptance for many Surinamese.'
Faced with such quandaries, inertia may rule. If so, while Dutch would remain official, English is likely to gain ground. That seems to be the outcome reflected in bookstores here, with titles in Dutch and English far outnumbering books in Sranan, mainly bibles and poetry, which have gained a toehold among readers.
But even bookstore owners profess their love of Sranan. 'Sranan is very smooth, with so many influences from everywhere, something that is purely and emotionally Surinamese,' said Debora van Etten, 46, a bookseller in Paramaribo's old city. 'Taking Sranan to the next level would be bold,' she said, 'but for so many of us it would be a very big jump.'


Copyright 2008 The New York Times Company

donderdag 27 maart 2008

In verscheidenheid zonder eenheid samenleven

Lezing NiNsee

De Historische Betekenis van de Slavernij voor het ontstaan en de consolidatie van het politieke landschap van Suriname

‘Negers en Mullatten…[zijn] als vuur en water’, citeerde Rudolf van Lier in zijn boek Samenleving in Grensgebied (1977, 84).

De controversiële seksuele relaties tussen veelal slavinnen en blanke mannen, die de slavenpopulatie voor een deel lichter kleurden vormen de historische grondslag van de diepe raciale en sociaal-economische tegenstellingen onder de Creoolse bevolking.

Dew (1978), Sedney (1997), Breeveld (2000), beschrijven hoe J.A. Pengel in de jaren ‘50 gebruik maakt van deze diepgewortelde raciale tegenstelling om het leiderschap in de NPS te verwerven en daarmee een nieuwe politiek tijdperk in te luiden.

De centrale stelling van deze lezing is dat de kunstmatig gecreëerde raciale tegenstellingen ten tijde van de slavernij de historische basis vormen voor het ontstaan en de consolidatie van de etnische partij Negers politiek vanaf 1946 tot op heden.

In deze lezing gaat Dr. Natascha Adama in op de politieke betekenis van de slavernij in relatie tot de ontwikkeling van het politieke landschap na de introductie van het Algemeen Kiesrecht in 1949, de wijze waarop de verdeeldheid onder de Creolen heeft bijgedragen tot het ontstaan van de verbroederingspolitiek tussen 1954-1967 en ten slotte de parallellen tussen de wijze waarop de koloniale machthebbers de raciale verschillen voor eigen doeleinden gebruikten en de wijze waarop politieke leiders na 1949 etnische politiek bedreven om hun eigen machtsbasis te consolideren.

Dr. Natascha Adama studeerde politieke wetenschappen aan de Universiteiten van Leiden en Amsterdam en promoveerde in 2006 in Gent, België op een proefschrift over de Verbroederingspolitiek in Suriname. Zij werkt thans aan een onderzoek over interetnische integratie en de rol die historisch ontstane sociale en politieke scheidslijnen daarbij spelen. Daarnaast werkt zij aan de publicatie van haar boek over de Verbroedering. Vanaf augustus 2008 is zij verbonden aan de Duke University te Durham, North Carolina (USA) als Visiting Scholar.

Datum: woensdag 2 april 2008

Programma: 18.00 - 18.45 Presentatie

18.45 - 19.15 Vragenronde/Discussie

Contact: Drs. Ruth Dors, r.dors@ninsee.nl

of telefoon (020) 568 2083

Adres: Linnaeusstraat 35f, 1093 EE Amsterdam

NB. Bij voorkeur reserveren

Uw aanwezigheid wordt zeer op prijs gesteld!

Afsluiting met een borrel!

vrijdag 7 maart 2008

Carl Breeveld praat: “PAPA’S TORI”


Zondag 9 maart 2008

13.00 inloop; 13.30 start

Zorgcentrum – De Leeuwenhoek

Kleiweg 314– 3045 PM Rotterdam [nieuwe tijdelijke locatie]

Hillegersberg-Schiebroek; achter St. Franciscus Ziekenhuis

Te bereiken met tram 25 en 21

INFO: 010 - 2130 387 * 06 - 25 220 150

INFO: 010 - 436 14 88, De Leeuwenhoek [Gertrurde]

BOEKPRESENTATIE “PAPA’S TORI”

Kinderen zitten vaak met talloze vragen over hun vader. Binnen zwarte gezinnen uit eerdere oude generaties is moeder de persoon die meer openheid heeft naar kinderen. Waar moeders antwoorden geven op vragen van kinderen, zwijgen vaders. Wie is mijn vader eigenlijk? Waarom begrijp ik hem niet? Zijn enige vragen waarmee kinderen worstelen. Jonge generatie zwarte vaders brengen hier in verandering . Carl Breeveld van Stichting Man Mit’ Man www.manmitman.net – in Suriname - heeft een werkboek als handleiding samengesteld voor kinderen die hun vader aan de hand van vragen leren kennen

De vragen zijn heel concreet en confronterend en laten geen ruimte open voor twijfelachtigheden of onwaarheden.

Het werkboek is een mooie gelegenheid voor vaders om een stukje eigendom op te schrijven. De kans is groot dat er bij het beantwoorden van sommige vragen geheimen onthuld zullen worden, maar de schrijver roept de papa’s op die onthullingen te doen. “Je voelt je zoveel beter als je het hebt verteld, ook al gaat het niet gemakkelijk”. Aan de ene kant doet hij een beroep op de vrouwen en kinderen heel vertrouwelijk om te gaan met de verhalen en ze binnen het gezin te houden en aan de andere kant de informatie niet tegen de mannen te gebruiken.

De schrijver zegt in de toekomst meer te gaan schrijven over jongemannen, de relatie vader-zoon en de relatie alleenstaande moeder- jongens. De laatste veertig jaar hebben wereldorganisaties zich te veel, terecht, geconcentreerd op vrouwen en kinderen, waardoor de jongens en mannen in een vergeethoek zijn geraakt”.

Bronbasistekst: Ingrid Hill-Peerwijk

“Papa’s Tori” wordt tijdens Literair Café Kotomisi Shop op zondag 9 maart 2008 gepresenteerd. Discussie en interviews met de initiatiefnemers en publiek van dit project staan centraal, naast prachtige foto’s van vaders en hun kinderen.

Literair Café Kotomisi Shop is mede mogelijk gemaakt met medewerking van Humanitas Zorgcentrum De Leeuwenhoek www.humanitas.nu.

DE KOTOMISI SHOP

IN BILLBOARD INT. MALL, BENEDEN

WEST-KRUISKADE 47B - R’DAM [7 minuten lopen vanuit CS R’dam]

010-21 30 387 | 06 25 220 150

www.kotomisishop.eu

maandag 25 februari 2008

Rondleiding Tentoonstelling K'ranti - Persmuseum


Klik op affiche voor vergroting en leesbaarheid

2e editie succesvolle Rapworkshop Paramaribo


Auditie rappers, zangers & dichters

PARAMARIBO - Na het grootse succes van de vorige rapworkshop voor de Bolletjes Estafette in Suriname, Nederland en Curacao organiseert Fawaka Creations voor de tweede keer een inspirerende rapworkshop met MC Fit (Glen Faria), Blaxtar (Kevin de Randamie) en producer Delarick.

De origine van rapmuziek is begin jaren ‘80 ontstaan in de achterbuurten van New York (US). Jongeren gebruikten deze nieuwe muziekvorm om sociale misstanden aan te kaarten en de realiteit uit de armere buurten weer te geven. Ten onrechte heeft rap, ook in Suriname, vaak een negatief karakter. Fawaka Creations wil met de komende rapworkshop Surinaamse jongeren een stem geven voor hun dagelijkse realiteit en laten zien dat hoe op een creatieve manier met woorden gespeeld kan worden.

Begin april zullen vijftien jongeren tien dagen lang onder begeleiding van Blaxter en MC Fit de kneepjes van het vak bij gebracht worden op het gebied van rappen, teksten schrijven en performence. Aan de hand van het thema “geweld” wordt een aantal nummers gemaakt. De jonge rappers zullen daarbij zoveel mogelijk een eigen visie op het onderwerp geven en hun eigen ervaringen in de rapteksten verwerken. Uiteindelijk worden de twee beste nummers professioneel opgenomen en wordt er een videoclip gemaakt. Verder wordt er gezorgd voor media aandacht en diverse optredens.

Om talentvolle rappers, zangers en dichters (spoken word) een kans te geven een plek in deze workshop te bemachtigen, worden er verschillende audities gehouden.
· vrijdag 29 februari 16:00 – 19:00 Stibula (Latour)
· zaterdag 1 maart 16:00 – 19:00 Buurthuis Pasinsia (Flora B)


maandag 11 februari 2008

Nederlands erfgoed in West Afrika


NiNsee lezing:
'Wat is er nog zichtbaar van 250 jaar Nederlandse aanwezigheid?'



AMSTERDAM - In 17e eeuw werden de Portugezen uit Elmina in West Afrika verdreven door de Nederlanders. Een steen boven de ingang van het fort herinnert ons er aan dat de opdracht van Maurits van Nassau uit Brazilië kwam. Langs de West Afrikaanse kust zijn nog vele forten van de Nederlanders te zien, van het eiland Goree voor de kust van Dakar in Senegal tot aan Angola. Nederland had immers vele jaren het monopolie op de slavenhandel. Het belangrijkste stadje was Elmina in Ghana waar het oude hoofdkwartier van de WIC voor West Afrika was gevestigd. Het stadje is de afgelopen jaren gerenoveerd. Huizen, een oude Nederlandse begraafplaats en de kastelen zijn opgeknapt. Zo kwam een stuk, in Nederland vergeten geschiedenis, niet alleen in gebouwd erfgoed maar ook in gebruiken zoals het drinken van jenever maar ook in namen zoals Vroom, Bartels en van der Puijen weer boven.

Ir. Cor Dijkgraaf studeerde bouwkunde in Rotterdam en Delft. Hij is gespecialiseerd in: Volkshuisvesting, stedelijk erfgoed en binnenstad. Sinds zijn pensionering in december 2001 heeft hij zijn eigen adviesbureau Urban Solutions B.V. een internationaal adviesbureau in Rotterdam dat wereldwijd advies geeft in de stedelijke sector en heeft zich gespecialiseerd op het behoud en beheer van stedelijk erfgoed, binnenstedelijk beheer als bijdrage tot economische ontwikkeling, volkshuisvesting,beleid en financiering, woningvoorraad beheer en stedelijk milieumanagement. Door een uitgebreid netwerk van experts in Afrika, de Arabische staten, Azië en Latijns Amerika kunnen zij lokale expertise inzetten bij internationale projecten in de stedelijke sector.

Datum: woensdag 20 februari 2008

Programma: 18.00 - 18.45 Presentatie

18.45 - 19.15 Vragenronde/Discussie

Contact: Drs. Ruth Dors, r.dors@ninsee.nl

of telefoon (020) 568 2083

Adres: Linnaeusstraat 35f, 1093 EE Amsterdam

NB. Bij voorkeur reserveren

Uw aanwezigheid wordt zeer op prijs gesteld!

Afsluiting met een borrel!

Nieuw in Suriname: 'House of Blues'


Met uitzicht op Palmentuin

PARAMARIBO - Sinds 1 februari is Suriname een aantrekkelijk alternatief voor muziekliefhebbers rijker geworden. Op die dag opende namelijk House of Blues haar deuren. Een aanvulling van het nachtleven in Paramaribo, immers welke serieuze stad heeft er geen bluescafé?
House of Blues is een sfeervol café aan de Rooseveltkade 12, met een prachtig terras dat uitzicht geeft op de Palmentuin. Zoals een goed café betaamt zijn uiteraard in House of Blues alle dranken verkrijgbaar, daarnaast is er een bescheiden menukaart met gerechten die verwijzen naar Amerika, de bakermat van de blues.

In het café wordt hoofdzakelijk bluesmuziek gedraaid. Opmerkelijk is dat House of Blues beschikt over een professionele geluidsinstallatie waarop bluesliefhebbers in de gelegenheid worden gesteld om hun eigen favoriete blues muziek te laten horen. Daarnaast bestaat er in House of Blues permanent de mogelijkheid voor gasten om mee te stemmen over het ultieme bluesnummer voor Suriname. Op twee pilaren midden in de zaak kunnen de bezoekers hun favoriete bluesplaat vermelden of mee stemmen op songs die al op de palen staan. Medeoprichter en uitbater van House of Blues is Gabor Staakman, een Nederlander die al meer dan 15 jaar in Suriname woont en die in onder meer De Knots, Het Leidseplein en De Punt zijn sporen heeft verdiend in de lokale horeca. House of Blues is geopend op donderdag, vrijdag en zaterdag vanaf 18.00 uur tot stemming.
Het streven is om een eigen House of Blues Band te vormen, tot die tijd zullen er regelmatig live optredens van andere bands zijn. Uiteindelijke doel is het creeeren van een geheel eigen Surinaamse variant op deze muziekstijl; Palmgarden Blues.

woensdag 30 januari 2008

Jeugdserie De Taxi van Palemu wint Award


Voor Beeld en Geluid

AMSTERDAM - De Beeld en Geluid Award 2007 voor de categorie Jeugd is toegekend aan de televisieserie DE TAXI VAN PALEMU. Gisteravond werden de vakprijzen voor de hoogst gewaardeerde Nederlandse tv-programmaís bekend gemaakt in het gebouw van het Nederlands Instituut voor Beeld en Geluid. Regisseur Nicole van Kilsdonk nam de prijs in ontvangst.

DE TAXI VAN PALEMU is een eigentijdse feelgood jeugdserie, die zich geheel in Suriname afspeelt. Hoofdpersoon is de twaalfjarige jongen Palemu. Zijn vader koopt een auto om een taxi te gaan rijden, maar krijgt een ongeluk en breekt zijn been. Dan besluit Palemu om samen met zijn vriendje Haley gedurende de grote vakantie het werk op de taxi over te nemen. Op deze manier willen ze de auto afbetalen en geld verdienen voor het lyceum in de stad, waar Palemu graag naar toe wil. Zeven afleveringen lang beleven ze met de taxi allerlei grappige en ook spannende avonturen.

In de serie spelen onder anderen Eno Grauwde, Dalorim Wartes, Mike Libanon en Farida van den Stoom. De serie is geschreven door schrijfster en actrice Marielle van Sauers (Ernstige Delicten, theatervoorstelling Vaders) en Jolein Laarmans (Ik ben Willem, Tussenstand) en is geregisseerd door Nicole van Kilsdonk (Johan, Ochtendzwemmers).

DE TAXI VAN PALEMU is geproduceerd door Lemming Film in samenwerking met VPRO Villa Achterwerk en maakt deel uit van de reeks Kind en Kleur, een project van het Stimuleringsfonds Nederlandse Culturele Omroepproducties om het televisie aanbod te verrijken met verhalen over kinderen met verschillende culturele achtergronden.

De jury over DE TAXI VAN PALEMU:

In De Taxi van Palemu wordt rigoureus gebroken met het concept dat zelfgemaakte dramaseries zich af moeten spelen in Nederland en dan liefst in Amsterdam. Deze verfrissende jeugddramaserie laat zien dat ook op andere locaties, zoals in dit geval Suriname, interessante en humorvolle jeugdtelevisie gemaakt kan worden. De acteurs zijn nog onbekend, maar spelen enorm naturel en bieden daarmee aantrekkelijke karakters waar de jonge kijker zich in kan herkennen. Direct vanaf de eerste aflevering boeit het script en toont het een grote inschakelkracht.

zondag 20 januari 2008

Overweldigende belangstelling Trefossa-première


Nog grotere
in Paramaribo verwacht

DEN HAAG - De wereldpremière van de documentaire ‘Trefossa, mi a no mi, ik ben niet ik’ van Ida Does (foto) op het internationale literatuurfestival Winternachten, op 19 januari, mocht op een overweldigende belangstelling rekenen. De belangstelling voor de film had de verwachting van de Winternachten-organisatie ver verschreden. Tientallen mensen konden niet naar binnen. Veel Bezoekers voor het festival, een passe-partout gekocht en konden kiezen uit verschillende literatuur- en filmactiviteiten. Maar velen bleken de passe-partout slechts te hebben gekocht om, zoals is gebleken, de absolute topper van de zaterdagavond van het festival te zien. De Winternachten-organisatie zei nog getracht te hebben direct een tweede voorstelling te houden, maar dat kon niet meer in het Haagse Filmhuis.
In haar inleiding zei filmmaakster Ida Does blij te zijn met zoveel belangstelling, maar zich ‘erg verdrietig’ te voelen dat er geen plaats was voor zovelen. Filmproducent René Mendel van Interakt zei een grote voorstelling in Amsterdam te zullen voorbereiden. Overigens is de verwachting dat de allergrootste première die in Paramaribo zal zijn. De productie van de film in Suriname was in handen van journaliste Biemla Gajadien. Op de premiere waren vele mensen uit de culturele en literair wereld waaronder Ronald Snijders, Robby Alberga, Gerda Havertong en prof. dr. Michiel van Kempen. Allen lieten zich in lovende bewoordingen uit over ‘Trefossa, mi a no mi, ik ben niet ik’. Interviews met filmmaakster Ida Does zijn online nog te beluisteren op caribiana.nl, boeken.vpro.nl/avondlog, omroepwest.nl en zorgenhoop.nps.nl.

maandag 14 januari 2008

Expositie: ‘Suriname, mi lobi yu’

Reny Worb

Rudhi Wim Relyveld (1927-2007)

Onder de titel “Suriname, Mi Lobi Yu” (Suriname, ik houd van je) is op 8 januari 2008 in Novawhere Purmerend een expositie met foto’s van Rudhi Relyveld van start gegaan.

Rudhi Relyveld, voormalig vrouwenarts in het Waterland Ziekenhuis Purmerend, werd geboren op de koffieplantage Leonsberg in Suriname. Zijn liefde voor fotografie dateert uit zijn vroege jongensjaren, toen hij zijn oom hielp bij het afdrukken van foto’s in een geïmproviseerde donkere kamer. Toen hij 15 jaar was kocht hij zijn eerste fototoestel, een Kodak camera. Sindsdien ging hij nooit meer zonder een camera op pad.

Hij fotografeerde in vele landen zoals Japan, China, Vietnam, Indonesië, Thailand, Taiwan, Nederland, Mexico, Guatemala, Tobago en Suriname. Daarbij ging zijn interesse voornamelijk uit naar de mensen die hij ontmoette. Om het wezen achter de mens in zijn foto’s vast te leggen, observeerde hij mensen, zocht contact met hen alvorens ze te fotograferen.

Rudhi Relyveld bleef de analoge camera trouw; hij heeft nooit met een digitale camera gefotografeerd. Door fysieke beperkingen moest hij gedurende zijn laatste levensjaren met pijn in het hart afscheid nemen van zijn grote passie fotograferen.

De expositie in Novawhere laat indrukwekkende portretstudies zien van oude mensen en kinderen in Suriname.
Eeen avontuurlijke en spannende tocht voor de fotograaf om telkens weer met liefde voor kleur, compositie, detail en techniek de doorgroefde gezichten, een glimlach en ogen vol uitdrukking met zijn camera te vangen.

De expositie is tot eind maart 2008 te bezoeken in Novawhere, P.J. Oudlaan 1 te Purmerend.

maandag 7 januari 2008

Eddy Jharap - vertrouwen in eigen kunnen



Boekpresentatie en discussie

AMSTERDAM/PARAMARIBO - Het Surinaamse bedrijf Staatsolie staat model voor een moderne industriële onderneming die in 25 jaar is uitgegroeid tot één van de grootste bedrijven van Suriname met een aanzienlijke bijdrage aan de economie en de overheid. Met een omzet van US$ 270 miljoen (2006), een winst voor belasting van $ 165 miljoen en ruim 650 man personeel is Staatsolie een belangrijke pilaar van de Surinaamse economie en samenleving. Staatsolie doorstaat daarom met glans de vergelijking met inefficiënte, gesubsidieerde staatsbedrijven in veel ontwikkelingslanden.

Opmerkelijk aan deze prestatie is het feit dat de onderneming geleid wordt door Surinaamse managers en rust op lokale kennis en know-how. De naam van EDDY JHARAP is nauw verbonden met Staatsolie en met de moderne geschiedenis van Suriname; een jongen uit een arm landbouwersgezin weet zich uit de koloniale samenleving op te werken door studie, hard werken, discipline en een ondernemersmentaliteit. Tijdens zijn studie in Nederland wordt hij actief in de antikolonialistische beweging en na terugkomst in Suriname is hij medeoprichter van de linkse Volkspartij.

In dit boek vertelt Jharap zijn persoonlijk verhaal aan econoom en historicus Sandew Hira. Zijn leven, studie, politieke en vakbondservaringen evenals zijn managementkwaliteiten komen uitgebreid aan bod. De historische veranderingen in Suriname worden zichtbaar door de ogen van een nazaat van een ‘kantraki’ die zich tot succesvolle manager weet te ontwikkelen.
EDDY JHARAP overhandigt een exemplaar van het boek aan:

* Prof. Dr. BRAM PEPER, ex-minister en burgemeester van Rotterdam en deskundige op het gebied van ontwikkelingsvraagstukken in Suriname.
* STUART MENCKEBERG, ex-hoofdredacteur van het weekblad PIPEL dat in Suriname verscheen.

SANDEW HIRA, de auteur van het boek, is aanwezig en rond de stelling "Onderontwikkeling is een keuze" zal er gediscussieerd worden over de economische ontwikkeling van Suriname.
Het boek zal te koop zijn; de prijs is 30,00 euro en Eddy Jharap en Sandew Hira zullen signeren.

Zondag 13 januari 2008
Aanvang 15.00 uur
Toegang vrij
Google